Doel van de oefening.

Leren afstand inschatten door zwaailengte.

De oefening:

• Leg 5 ballen op een rij met een meter afstand tussen elke bal.
• Begin met de eerste bal die op één meter van de hole ligt.
• Zorg voor een kleine zwaai naar achter en minimaal dezelfde zwaailengte naar voren door de bal.
• Ga vervolgens naar de tweede bal die op twee meter van de hole ligt.
• Maak de zwaai iets groter dan de eerste keer zowel achter als voor.

•  Doe dit net zo bij bal 3, 4 en 5.

• Probeer alle 5 ballen binnen een putter afstand te spelen.
• Ga net zo lang door tot u alle ballen binnen putter lengte hebt gespeeld.
• Als dat is gelukt kunt u een zesde bal toevoegen aan uw rij.

•  Kijk hoeveel ballen u kunt halen op een rij.

Extra aandachtspunten:

• Het accent ligt op de zwaailengt en de afstand van de hole. Hoe verder weg hoe groter de zwaai.

• Laat de zwaai het werk doen.

Wist u dat:

• De regels het toe staan om een bezemsteelputter te gebruiken als stoklengte bij het meten van 1 of 2 stoklengtes. Maar niemand dat doet omdat dat toch wel een beetje oneerlijk zou zijn.